Bij mijn online marketing activiteiten betrap ik mezelf erop dat ik met regelmaat gebruik maak van geautomatiseerde hulpmiddelen. Ik maak daar handig gebruik van omdat het in ruime mate compenseert waar bijna iedereen gebrek aan heeft, namelijk tijd. En het voorkomt in grote mate dat je veel tijd kwijt bent aan de voor mij persoonlijk minst interessante bezigheid, namelijk uitvoeren van routinematige activiteiten. Automatiseren dus daar waar het kan!
Kennis wordt met deze automatiseringsslagen dus door anderen feitelijk in systemen gestopt, ik noem dit dan ook systeemkennis. We varen eigenlijk in feite blind op het kompas van anderen, zonder nu eigenlijk te weten of het kompas wel goed functioneert of geijkt is. Oftewel meet het instrument of hulpmiddel wel wat je wilt meten? Ik werd mij daar weer van bewust toen ik iets wilde weten en moest opzoeken voor mijn vorige blog. Laat ik dit met een voorbeeld duidelijk maken.
In mijn vorige blog heb ik de vraag gesteld wat nu eigenlijk de gebruikersvriendelijkheid van een website bepaald. Google heeft daarvoor een handig instrument ontwikkeld, de Pagespeed Insights. Dacht ik aanvankelijk dat dit instrument alleen de laadsnelheid van een website bepaalde, dit blijkt maar gedeeltelijk waar te zijn. De score van de Pagespeed Insights wordt namelijk berekend op basis van 5 dimensies: First Contentful Paint (FCP), Speed Index (SI), Largest Contentful Paint (LCP), Total Blocking Time (TBT) en Cumulative Layout Swift (CLS).
5 Dimensies van Pagespeed Insight
De 5 gemeten dimensies worden echter niet op basis van gelijkwaardigheid meegewogen, maar hebben verschillende wegingsfactoren. Zo telt FCP voor 10% mee in de berekende score, SI voor 10%, LCP voor 25%, TBT voor 30% en CLS voor 25%. FCP meet de tijd vanaf het moment dat de pagina begint te laden tot het moment waarop een deel van de inhoud van de pagina op het scherm wordt weergegeven, SI meet hoe snel de inhoud visueel wordt weergegeven tijdens het laden van de pagina, LCP meet de weergavetijd van de grootste afbeelding of tekstblok die zichtbaar is in de viewport ten opzichte van het moment waarop de pagina voor het eerst werd geladen, TBT meet de totale hoeveelheid tijd tussen FCP en Time to Interactive en CLS meet de grootste reeks lay-outverschuivingsscores voor elke onverwachte lay-outverschuiving die optreedt tijdens de gehele laadtijd van een pagina.
Best handig zo’n instrument als die van Pagespeed Insights, maar zonder kennis van het instrument of jezelf te verdiepen in de verschillende elementen of dimensies zegt zo’n hulpmiddel eigenlijk niet zo veel. Dacht ik aanvankelijk dat de laadsnelheid van een website het meest belangrijke element is in de gebruiksvriendelijkheid, blijkt dit toch niet het geval te zijn. De TBT, de total blocking time blijkt dan toch de uiteindelijke winnaar te zijn van dit instrument. Zorg dus dat je kennis hebt of krijgt van het gebruikte systeem en vaar niet blind op de architecten ervan. Het is maar dat je het realiseert!